Regelmatig spreek ik mensen die zich doodongelukkig voelen op hun werk. Ze kunnen niet door een deur met hun manager, het werk zelf maakt ze ongelukkig of ze worden onvoldoende uitgedaagd. Gevolg? Ze zijn totaal niet meer gemotiveerd.
Ze voelen zich hier echt wel schuldig over, want dit willen ze helemaal niet. Het liefst willen ze een baan waar ze in kunnen groeien en waar ze voor langere tijd met plezier kunnen werken. Nu zijn ze gedemotiveerd. Het gevolg hiervan is dat ze minder productief zijn, lichamelijke en mentale klachten hebben of krijgen waardoor ze zich vaker ziek melden of zelfs helemaal uitvallen. Geen fraai plaatje.
De medewerker heeft hierin zelf uiteraard ook verantwoordelijkheid. Dit is geen houdbare situatie, maar de kans bestaat dat de medewerker vast zit. Hij/zij is bang om een vast contract kwijt te raken of heeft geen idee welke baan dan wel bij hem/haar past. Dit maakt het lastig om vooruit te komen en verandering aan te brengen in de situatie.
Vanuit de werkgever is het belangrijk om regelmatig “het goede gesprek” te voeren met de medewerker. In dit gesprek gaat het erom dat er écht wordt geluisterd. Waar loopt de medewerker tegenaan? Heeft de medewerker nog wel plezier in het werk? Dit is niet een gesprek wat “afgevinkt” moet worden, maar wat noodzaak is. Als er een goede werkrelatie is, dan durft een medewerker ook open en eerlijk te zijn. Wat daarin in de sleutel is? Waardering. Zo vaak hoor ik dat mensen zich niet gewaardeerd voelen op hun werk, maar ook niet gezien worden. “Het goede gesprek” zorgt hiervoor.